Rechter gunt massajatter na 87ste keer ‘laatste strohalm’

Een verslaafde winkeldief (37) stond in Utrecht voor de zoveelste keer voor de rechter. Hij wil „een kans te veranderen”.

Het strafblad van de van winkeldiefstal verdachte Richard van H. is dikker dan het proces-verbaal in de zaak, constateert de Utrechtse politierechter Eric Druijf halverwege de zitting. De aan de cocaïne verslaafde massajatter staat voor de 87ste keer voor de rechter. Geen magistraat weet nog raad met hem.

Rechter: „Hoe moet het nu verder?”

Verdachte: „Ik hoop dat dit de laatste zaken zijn.”

Rechter: „Hoe oud bent u nu?”

Verdachte: „Ik ben 37 jaar.”

Rechter: „Dan wordt het tijd om te stoppen.”

Verdachte: „Ja.”

Rechter: „Of om dood te gaan.”

Dat laatste is Van H. nog niet van plan. Hij zegt dat zijn ouders ook verslaafd waren. Hij heeft „een solide plan” en „gigantische zin” om iets „op poten te zetten”.

De verdachte is tien dagen geleden opgepakt in de Albert Heijn. Hij bleek voor 92 euro en 37 cent aan batterijen te hebben gestolen. Van H. bekent. Hij wilde de gestolen goederen verkopen zodat hij bij de Action een groot schilderij en kussens kon aanschaffen. Die spullen waren zo groot dat hij ze niet kon stelen.

De prent en de kussens wilde hij gebruiken om zijn nieuwe kamer in een opvangtehuis van het Leger des Heils in Utrecht in te richten die hij sinds februari bewoonde. „De kamer is kaal, zonder tv. Als er maar iets aan de muur hangt, dan is het een andere thuishaven”, houdt Van H. de rechter voor. Van H. is verder heel tevreden over het opvanghostel. Hij krijgt zijn eten en zijn drinken en zodoende heeft hij meer „mogelijkheden om te fantaseren over mijn leven”.

Richard van H. gebruikt wel nog steeds. Zijn vader beheert zijn pinpas en kan zo beschikken over de uitkering die zoon ontvangt. Pa geeft Van H. af en toe een paar tientjes en daar koopt de zoon dan coke van. De winkeldief heeft al twee keer eerder een zogeheten ISD-maatregel opgelegd gekregen. Dat is een sanctie waarbij meerderjarige stelselmatige daders in een inrichting worden opgesloten. Van H. zat er een keer twee jaar en een keer één jaar.

Officier van justitie Frank Weijnen noemt het „buitengewoon irritant voor winkeliers” dat de verdachte maar doorgaat met stelen. Omdat degene die niet wil luisteren, voelen moet, eist hij een celstraf van een maand. De advocaat van de verdachte, Sander de Korte, zegt dat het „twee voor twaalf” is voor zijn cliënt.

Van H. is volgens hem „een vriendelijke en open persoon die recidive wil voorkomen”. Als hij nog een maand wordt opgesloten, verliest hij zijn kamer in het hostel. „Wonen, werk en wederhelft is nodig, anders zitten we straks weer hier.” De aanklager zegt „best te willen aannemen” dat Van H. aardig is „maar daar kopen al die winkeliers verrekte weinig voor”.

In zijn laatste woord vraagt Van H. om „een kans te veranderen”. Rechter Druijf, die naar eigen zeggen eerder zaken tegen Van H. behandelde, is bereid de straf te matigen. Hij gunt de verdachte „een laatste strohalm”. Om de opvangplek niet in gevaar te brengen volstaat de rechter met een straf van 14 dagen onvoorwaardelijk en 16 dagen voorwaardelijk.

Bron: NRC

Terug naar het nieuwsoverzicht